De kosten die een bestuurlijke inbeslagname met zich meebrengt, dienen doorgerekend te worden aan de roekeloze bestuurder van het voertuig. Het is immers door de roekeloze houding van de bestuurder en het gevaar dat hij/zij voor de gemeenschap vormt dat deze kosten gemaakt dienen te worden. De bezitter van het voertuig of de eigenaar van het voertuig/houder van de kentekenplaat is de retributie verschuldigd indien de bestuurder van het voertuig in gebreke blijft.
De tarieven in het retributiereglement zijn gebaseerd op de werkelijke kosten die het takelbedrijf in rekening brengt volgens het gunningsbesluilt d.d. 31 december 2024. De retributie bestaat uit een forfaitair bedrag voor de inbeslagname van het voertuig en een stallingskost per kalenderdag. Aangezien het takelen en stallen van zwaardere voertuigen (boven de 3.500 kg maximaal toegelaten massa (MTM)) duurder is, wordt er een onderscheid gemaakt op basis van het gewicht van het voertuig.
Er wordt vanaf heden tot en met 31 december 2031, ten behoeve van de stad Lommel, door het stadsbestuur een gemeentelijke retributie gevestigd op de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen op het grondgebied van de stad Lommel.
In dit reglement wordt verstaan onder:
§ 1. De retributie is verschuldigd door de persoon die de bestuurder was van het voertuig op het moment van de feiten die aanleiding gaven tot de inbeslagname van het voertuig.
§ 2. De houder van de nummerplaat en/of de eigenaar, dan wel bezitter, van het voertuig is de retributie verschuldigd indien de bestuurder in gebreke blijft.De retributie bestaat uit drie delen en wordt als volgt vastgesteld:
Deel 1: Forfaitaire retributie bestuurlijke inbeslagname voertuig:
De forfaitaire retributie is gebaseerd op de werkelijke kosten die door de takeldienst wordt aangerekend voor de takeling van het voertuig.
Deel 2: Stallingskost per kalenderdag:
De stallingskost wordt berekend vanaf de dag dat het voertuig getakeld werd tot en met de dag waarop het voertuig effectief wordt opgehaald en dat ten vroegste op het moment dat de bestuurlijke inbeslagname eindigt, zoals vastgelegd in het burgemeestersbesluit. Elke begonnen kalenderdag wordt aangerekend als een volle kalenderdag. Er wordt steeds geopteerd voor de minst dure wijze van stalling, op voorwaarde van beschikbaarheid.
Deel 3: Administratieve kosten:
Overwegende dat de toepassing van het reglement gepaard gaat met administratieve lasten en ook kosten die gemaakt worden voor het opmaken en verzenden van aanmaningen en aangetekende zendingen. Het is billijk dat deze kosten verhaald worden op de bestuurder/gebruiker van het voertuig op het moment van de feiten die aanleiding gaven tot de inbeslagname van het voertuig. Ongeacht het gewicht van het voertuig bedraagt de administratieve kost 50,00 EUR.
§1. De totale retributie is verschuldigd bij opheffing van de bestuurlijke inbeslagname, en dient uiterlijk op het moment van ophaling van het voertuig betaald te worden.
§2. De betaling van de retributie dient elektronisch te gebeuren. Team Financiën Aankopen en Contracten van de stad Lommel staat in voor de inning van de retributie.
§3. Op het moment van het ophalen van het voertuig dient de verschuldigde retributie volledig betaald te zijn. Het voertuig wordt niet vrijgegeven zolang de betaling niet voldaan is.
§4. Indien de volledige retributie nog niet betaald is op de dag waarop men het voertuig zou komen ophalen en/of het voertuig niet opgehaald wordt op de voorziene dag, dan wordt de stalling verlengd en de bijkomende bewaarkost eveneens aangerekend.
Bij niet-betaling van de onbetwiste en opeisbare retributie wordt deze ingevorderd conform het reglement houdende een retributie ter invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en gemeentelijke administratieve geldboetes zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 december 2019, of eventuele latere wijzigingen van dit reglement.
Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
De toezichthoudende overheid wordt hiervan op de hoogte gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.